--> Inhoudstafel Brochure <--

Trans-Europese Netwerken

Door Christel (Wildgroei)

De Trans-European Networks (of TENs-projecten) zijn het programma van de EU ter bevordering van internationale infrastructuurverbindingen, met het oog op het vergroten van de Europese afzetmarkt voor multinationale ondernemingen. Het bevat naast infrastructuurwerken voor transport ook plannen voor de aanleg van communicatie- en informatieverbindingen, die we hier niet zullen bespreken. TENs is het grootste transportinfrastructuur programma in de wereldgeschiedenis. De meer dan 150 projecten, gepland tegen 2010, bevatten duizenden kilometers nieuwe autosnelwegen, tunnels, bruggen, hogesnelheidstreinen, vrachtvervoertreinverbindingen, luchthaven- en havenuitbreidingen. Vandaag zijn de meeste van deze megaprojecten reeds afgewerkt of in aanbouw.
Het megalomane TENs-plan werd reeds in de jaren ’80 bedacht in een nauwe samenwerking tussen de Europese Commissie en de Europese Ministerraad, een proces waarin het Europese Parlement weinig te zeggen had.
De Europese Commissie kreeg hiervoor, net zoals voor alle belangrijke beslissingen binnen de EU trouwens (de eenheidsmarkt, de euro,...), advies van de European Table of Industrialists ( over de ERT zie "Lobbygroepen achter de EU" in deze Nar). Reeds in 1984 stelde de ERT in haar rapport “Missing Links” dat het ‘onderontwikkelde’ transportnetwerk een belemmering is voor de Europese economische en sociale vooruitgang.
Het TEN-programma werd uiteindelijk opgenomen in het Verdrag van Maastricht (december 1991).

TEN- een gewilde keuze

Noch de plaatselijke bevolking, noch plaatselijke ‘autoriteiten’, noch milieugroepen zijn ooit geraadpleegd bij het beslissingsproces over de TEN. Integendeel, de plannen voor TERN (Trans-European Road Networks) werden samengesteld door de Motorway Working Group van de Europese Commissie. Dit groepje mocht een selectie maken uit aanbevelingen van nationale ministeries van transport. Hopend op financiële steun van de EU, stelden deze nationale ministeries hele lange verlanglijstjes ter beschikking, waaruit dit clubje in de Motorway Working Group dan haar keuze kon maken. Door het hele plan op te splitsen in afzonderlijke secties voor wegen, treinsporen, waterwegen en gecombineerde infrastructuur kon trouwens vermeden worden dat alternatieve transportmogelijkheden nader bekeken werden. Het Europese Parlement, dat zelf ook helemaal niet betrokken werd bij de planning, mocht vervolgens haar visie op de TEN geven. Dit door het formuleren van bijkomende voorstellen, welke aan de Ministerraad van Transport ter goedkeuring voorgelegd moesten worden. Het Parlement uitte zijn ongenoegen door meer dan 100 voorstellen in te dienen, vooral in verband met waarborgen voor het milieu, welke totaal ontoereikend waren. Deze werden tot tweemaal toe verworpen door de Raad van ons democratische Europa. Toen op 18 juli 1996 de definitieve tekst betreffende de TEN uiteindelijk goedgekeurd werd, bevatte deze een zwak compromis met verwaterde waarborgen voor het milieu.

Financiering

De kosten van de TENs-projecten worden geschat op meer dan 400 miljard ECU (iets meer dan 16 000 miljard BEF) maar nog steeds worden projecten toegevoegd aan het plan. Deze projecten worden beschouwd als zijnde van ‘algemeen belang’ en ontvangen daarom steun van de Europese Unie. De EU draagt tot maximaal 10% bij aan de kosten van een project, wat dikwijls doorslaggevend is bij de bouw van de projecten. Bovendien worden in Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland tot 85% van de kosten betaald door de EU.

Ook kent de EU goedkope leningen toe aan de projecten wat van groot belang is voor de geloofwaardigheid ervan. In het budget van de EU voor 1996 alleen werd al 250 miljoen ECU vrijgemaakt voor TEN projecten.

De grootste geldschieter voor de TEN-projecten is de Europese Investeringsbank. Dit is niet zo verwonderlijk aangezien het budget dat ze besteed aan de ontwikkeling van wegen, dammen en energieprojecten jaarlijks zo’n 18,2 miljard dollar bedraagt. Dat deze Europese bank bij dit alles de Europese milieureglementering flagrant aan haar laars lapt, ontkent ze zelf niet eens... dit is te wijten aan personeelsgebrek. De rest van de financiering moet gebeuren door nationale regeringen (de belastingbetaler dus) en door de privé-sector.

14 prioriteitsprojecten


In december 1993 werd in Brussel de ‘Christophersen Working Group’ opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van overheden en industrie. Deze groep moest bestuderen op welke hindernissen men zou stuiten bij de verwezenlijking van TEN. Er werd vastgesteld dat er zowel politiek, administratief en financieel grenzen waren aan het project. Om de realisatie van de projecten te versnellen stelde de groep voor 34 projecten prioriteit te geven, waarvan 14 ‘superprioriteitprojecten’ verspreid over heel Europa. Deze werden goedgekeurd op de EU-top in Corfu in 1994. Voor de 14 belangrijkste projecten moesten de werken voor 1996 een aanvang nemen. Intussen blijkt deze strategie vruchten af te werpen daar de meeste van deze 14 projecten waarschijnlijk tegen 2005 voltooid zullen zijn. In de lijst met prioriteitsprojecten zijn voornamelijk nieuwe spoorwegen (o.a. de Betuwelijn) opgenomen, voor het grootste deel voor hoge snelheidstreinen (waaronder ‘onze’ HST). In de lijst staan verder nog een aantal snelwegen (o.a. door de Franse Aspevallei), de reeds geopende brug tussen Denemarken en Zweden en een vliegveld (Malpensa Airport in Noord Italië).
Zeer recent (feb. 2001) werd een gigantisch TENs-project goedgekeurd door Frankrijk en Italië. Het gaat om een 52 km lange tunnel (langer dan de Kanaaltunnel) onder de Alpen voor hogesnelheidstreinen. Deze tunnel moet tegen 2015 af zijn, kost een slordige 400 miljard BEF, zal één van de grootste ingenieurswerken ooit in Europa worden en wordt natuurlijk medegefinancierd door de Europese Investeringsbank.

België

Wegen: TENs-projecten zorgen in België voor 1850 km nieuwe wegen, waaronder een nieuwe snelweg Antwerpen-Gent (RN49), Antwerpen-Zeebrugge (E34/N49) en nog veel meer...
Spoorwegen: Prioriteitsproject nr.2 is de Parijs-Brussel-Keulen-Amsterdam-Londen-HST-verbinding (PBKAL), het eerste grensoverschrijdende HST-project waarmee gestart werd. De kosten voor de aanleg van deze hogesnelheidslijn blijven stijgen. Waar de kosten in het begin nog op 70 miljard Bef geschat werden, was dit in 1996 reeds 160 miljard Bef. Na een 7,6 miljard Bef van de EU verkregen te hebben (over de periode 1989-1998) bleef er in 1996 nog steeds een tekort van 50 miljard over. De NMBS overtuigde de regering dat België de HST nodig heeft. En de overheid dichtte prompt het gat ten koste van het binnenlands treinverkeer.
Er is ook een tweede prioriteitsproject dat België aanbelangt, namelijk de wegverbinding ‘Ierland-Verenigd Koninkrijk-Benelux’. Om de verbinding van Ierland en het Verenigd Koninkrijk met het Europese vasteland te verbeteren werd niet alleen de kanaaltunnel gegraven. Dankzij deze alternatieve route zullen doorheen de eilanden enkele autosnelwegen gesneden worden welke allen eindigen in Zuid-Engelse havens. Van hieruit zou dan de verbinding met de Benelux geoptimaliseerd worden, m.a.w. vooral met de havens van Rotterdam en Antwerpen. Dat deze havens zich hier zeer bewust van zijn mag wel blijken uit de steeds meer uit de hand lopende uitbreidingswerken, zoals bij het dorpje Doel, dat van de kaart geveegd dreigt te worden ter meerder eer en glorie van de Antwerpse haven.
Waterwegen en havens: De ontwikkeling van de Antwerpse haven tot “mainport” is eveneens een TENs-project.
Verder dienen een hele lijst kanalen uitgegraven en verbeterd te worden, waaronder: het Albertkanaal (2010),
Boven-Zeeschelde (Gent-Antwerpen, studie), Cabergkanaal (Maastricht), kanaal Gent-Brugge (studie), Leie (Frankrijk-Gent, alternatieve route Bovenschelde, 2003), Ringvaart Gent (2003),...

TEN projecten dragen momenteel bij aan 140 nieuwe wegen, 11 spoorwegverbindingen, 57 gecombineerde transportprojecten en 26 inlandse waterwegverbindingen. Concreet betekende dit 15.000 km nieuwe wegen (waarvan 12000 km snelwegen), 10000 km nieuwe spoorlijnen voor de hogesnelheidstrein, een niet opgegeven aantal gemoderniseerde en/ of vergrote vlieghavens (tot 50% verhoging van de capaciteit, 26 aangepaste inlandse waterwegen voor grotere schepen en bruggen en tunnels.
TEN projecten dragen momenteel ook bij aan de vernieling van de laatste stukken bos, beschermde natuurgebieden en meer dan 130.000 ha vruchtbaar land, de ontwrichting van lokale economieën, de gedwongen verhuis van de plaatselijke bevolking en de vervuiling van de lucht die jij inademt!

TINA en de Corridor Links

Landen in Centraal- en Oost-Europa worden niet gespaard. Potentiële EU-lidstaten dienen zwaar te investeren in nieuwe infrastructuur om toe te kunnen treden tot de Europese markt. In 1995 werd een nieuwe studiegroep opgericht, genaamd TINA (Transport Infrastructure Needs Assessment) en voorgezeten door de West-Europese transportministers. Het doel van TINA was de TENs-projecten uit te breiden naar de toekomstige EU-lidstaten in Centraal- en Oost-Europa. Het TINA-netwerk is gebaseerd op de Corridor Links, Oost-West-transportverbindingen, vastgelegd op de derde pan-Europese transportconferentie in Helsinki in 1997. Om het proces te versnellen richtte de Europese Commissie een TINA-secretariaat op in Wenen, financieel gesteund door PHARE. Het TINA-secretariaat sloot reeds in 1999 zijn deuren met de publicatie van het “Final TINA Report”. De TINA-landen dienen nu de projecten uit het rapport te verwezenlijken, met alle ecologische en sociale rampen vandien.

Bronnen:

Verdwaald in beton. Werkgroep Wildgroei / De Nar, 2000, Gent. (nog steeds bij te bestellen, tegen betaling van portkosten!!!)
MATE. Map of activities on transport in Europe. A SEED Europe (Amsterdam) en Car Busters (Praag), 2000
Voor een goed overzicht van de projecten verwijzen we naar de website van de Europese Commissie. http://europa.eu.int/comm/transport/themes/network/english/tentpp9807/tentpp9807.html


Uw Commentaar