De dans der verleiding van de biotech-sector
Door Milieuwerkgroep (JNM)
In een land als België waar de zon weinig schijnt,
wedden onze beleidsmensen liever op de biotechnologische dan op de toeristische
sector als ze een groeisector met potentieel moeten selecteren. Niet voor niets
krijgt de sector in België jaarlijks miljarden Bef toegestopt. Tijdens het
Zweeds voorzitterschap vond er een informele top ter promotie van de
biotechnologie plaats. Ook onder het Belgisch voorzitterschap zullen er een
aantal initiatieven genomen worden om het belang van de sector te onderstrepen.
Potentie van biotech
Europa, Japan en de VS geraken verwikkeld in een dwaze
wedloop om biotechnologie. Dwaas, omdat deze landen schrik hebben om achterop te
geraken en daarom hun ontwikkelingstempo opvoeren, tegen een imaginaire vijand
en met een imaginair doel voor ogen. Elke voorstander van biotechnologie heeft
de mond vol van de mogelijkheden die de sector biedt. Maar wanneer je op zoek
gaat naar concrete resultaten, blijft het oorverdovend stil.
De laatste tijd gooien de voorstanders van de biotechnologie
het over een nieuwe boeg: ze leggen de nadruk op aspecten waar hun vermeende
tegenstanders gevoelig voor zijn: biotechnologie is noodzakelijk als we genoeg
voedsel willen blijven produceren voor de groeiende wereldbevolking, biedt
perspectieven voor een milieuvriendelijke productiewijze, zal heel wat
(hooggekwalificeerde) jobs creëren, enz.... .
Een nogal doorzichtig charmeoffensief als je het ons vraagt.
De meeste toepassingen en het grootste deel van het onderzoek is gericht op
planten die men via gentechnologie zodanig wijzigt dat ze resistent worden aan
een bepaald pesticide (ongeveer 90% van het totale R&D budget in de
biotechnologie gaat naar dit soort toepassingen). De bedrijven die zich een
tiental jaar geleden nog hevig verzetten tegen elke beperkende regelgeving rond
pesticiden, werpen zich nu op als milieubeschermers. Er zijn wel studies die een
vermindering in pesticidengebruik aantonen bij genetisch gewijzigde planten,
maar er zijn er evenveel waaruit blijkt dat de boeren juist meer sproeien omdat
het gewas toch resistent is.
Door de nadruk te leggen op hun technologische oplossing
voor het honger- of milieuprobleem, leiden de Multi’s de aandacht af van
de kern van het debat: via de huidige toepassingen van biotechnologie in de
landbouw verwerven een handvol Multi’s een stevige greep op de
voedselproductie. Een aantal recente voorvallen in het Noord-Amerikaanse
vrijhandelsparadijs maken dat schrijnend duidelijk. Een Canadese boer, de heer
Schmeisser verloor een proces tegen Monsanto omdat er transgeen koolzaad op zijn
veld gevonden werd dat hij niet aangekocht had. Volgens Schmeisser kwam het er
per ongeluk terecht, volgens de rechter en Monsanto fraudeerde de man door het
transgeen zaad doelbewust te selecteren. Wat er werkelijk gebeurde is misschien
niet zo belangrijk. Het feit op zich dat een bedrijf kan dicteren wat boeren met
hun zaad mogen doen, stemt tot nadenken. Voorts laat Monsanto de boeren die hun
zaad aankopen een formulier ondertekenen waarbij de firma vrijgepleit wordt van
mogelijke schade die hun transgene variëteit aan andere velden of het
milieu zou kunnen berokkenen.
Wettelijk kader
In België (en in Europa) vind je wel Genetisch
Gewijzigde Organismen (GGO’s) in voeding en op proefvelden maar voorlopig
is het verboden GGO’s op grote schaal commercieel te kweken. Het merendeel
van de GGO’s die in voedsel en veevoeder verwerkt worden komt uit de
Verenigde Staten. 35% van de maïs en 50% van de katoen die in 1999 in de VS
gekweekt werden, waren genetisch gewijzigd.
De introductie van GGO’s in het leefmilieu wordt in
Europa geregeld via richtlijn 90/220/EG. Deze richtlijn bepaalt onder welke
omstandigheden GGO’s in het milieu gebracht kunnen worden: zowel het
aanleggen van proefvelden als het verwerken van genetisch gewijzigde soja in je
favoriete koek vallen hier onder. De Europese unie reikte zeven licenties uit
voor GGO’s die ingevoerd mogen worden en verwerkt worden in voeding en
voeder (zie ook kader)
Sinds 1997 bestaat er in de Europese Unie een feitelijk
moratorium op het introduceren van nieuwe GGO’s. Het moratorium betekent
dat er sindsdien geen nieuwe GGO’s meer op de Europese markt worden
toegelaten.
Half maart keurde het Europees Parlement echter een
vernieuwde versie van 90/220 goed (ze heet ditmaal 2001/18/EG). Deze versie
stelt hogere eisen aan de bedrijven, wat betreft het verschaffen van informatie.
Er zitten echter heel wat hiaten in, vooral wat “etikettering,
traceerbaarheid en verantwoordelijkheid” betreft. De commissie werkt
momenteel aan extra voorstellen rond etikettering en traceerbaarheid.
Ondertussen verhoogt de industrie de druk om het moratorium op te heffen. Nu de
strengere wetgeving er is, hoeft de consument zich geen zorgen meer te maken,
vinden zij. Er zitten heel wat nieuwe dossiers in de pijplijn klaar en de kans
is reëel dat de industrie er één van deze maanden in slaagt
om het moratorium te vernietigen.
Wie neemt zijn verantwoordelijkheid?
De industrie maalde elk voorstel i.v.m. aansprakelijkheid
onder haar machtige poot fijn. Een aansprakelijkheidsregeling – waarbij
het bedrijf aansprakelijk is voor de (de schade toegebracht door ) producten die
het op de markt brengt - komt er dus wellicht niet. Een topman van Monsanto
verdedigde zich onlangs op een debat als volgt: “We kunnen ons
gewoonweg niet verzekeren; want er is geen enkele verzekeringsmaatschappij die
dat kan of wil doen omdat de risico’s simpelweg niet gekend zijn. En een
verzekeringsmaatschappij verzekert alleen tegen wat gekend is”
Als zelfs een verzekeringsmaatschappij zich onbevoegd
verklaart om de risico’s in te schatten, is het dan niet te hoogmoedig van
de wetenschappers en de industrie om vol te houden dat ze goed weten waar ze mee
bezig zijn? En om te ontkennen dat ze één groot proeflaboratorium
van onze wereldbol aan het maken zijn?
De macht van de Multinational
In 1997 lekte een P.R. document van Europabio uit. Europabio
is het lobby- en public relations-orgaan van de Europese biotechnologiesector.
Het document bevatte de strategie die het P.R.-bureau Burson Marsteller
(B.M.) uitgestippeld had, op vraag van Europabio. Burson Marsteller heeft de
notoire reputatie van politieke doofpotspecialist op topniveau. B.M. werkte
samen met autoritaire regimes in o.a. Argentinië, Nigeria en Zuid-Korea.
Hoe langer hoe meer spitste het bureau zich toe op
‘groenwas’-operaties, zoals de BSE crisis in Engeland, de olieramp
van Exxon-Valdez en de giframp in Bhopal.
BM raadt Europabio aan om van de “killing
fields” weg te blijven. Die “killing fields” zijn publieke
discussies over milieu en gezondheidsrisico’s, lezen we
verder. B.M. is
er verder van overtuigd dat “symbols are central to politics because they
connect to emotions, not logic.” Wie de harde debatten in de media volgt,
kijkt hier toch van op. Meestal worden net de tegenstanders van Genetische
Manipulatie ervan beschuldigd op emoties te spelen, in plaats van op de bal.
Verder zou Europabio zichzelf graag als de meest betrouwbare bron rond
biotechnologie profileren tegenover journalisten.
BM gaat verder over het gevoel dat men bij de consument moet
trachten te ontwikkelen: ze moeten het gevoel hebben vrij en onafhankelijk te
kunnen beslissen, het gevoel krijgen zelf de keuze te kunnen maken,...en dit
toontje lijkt verdacht veel op toon die de voorstanders vandaag de dag
aanslaan.
Het PR-plan werd gemaakt in de aanloop naar een congres van
Europabio. Over dat congres wordt er geschreven: “Europabio moet ten
alle kosten vermijden een media-evenement te creëren, dat automatisch
protesterende milieuverenigingen naar Amsterdam zal trekken (...) EuropaBio dekt
de tafel, maar Greenpeace zal de lunch opeten.” Intussen zijn we
enkele jaartjes verder, maar veel is er niet veranderd. Europabio’s vierde
congres werd op het laatste moment afgelast. Aan de volkskrant zei woordvoerder
Paul Muys (ja, inderdaad onze vroegere kritische held uit Panorama) dat hij
“niet kan ontkennen” dat de felle kritiek op GM in
Groot-Brittannië, en het resulterende gebrek aan sponsors redenen waren om
het evenement af te blazen.
Verzet, actie en Perspectieven
Op een forum dat de Europese groenen eind vorig jaar in het
Europees Parlement organiseerden, kondigde Benny Haerlin, Topman van Greenpeace
in Amerika, met trots aan dat de Amerikaanse Multi’s de Europese markt
voor Genetisch Gewijzigd voedsel voor enkele jaren als gesloten beschouwen. Het
wantrouwen van de Europese consument zorgde er inderdaad voor dat in 2000 het
Amerikaans landbouwareaal met transgene gewassen weer lichtjes daalde. Landen
zoals Brazilië riepen zich uit tot GGO-vrije producent (met spijtig genoeg
een meer intensieve kap van het regenwoud als gevolg omdat ze meer landbouwgrond
nodig hadden, maar soit).
Meest bekend zijn de acties van genetiXsnowball in Engeland.
Mensen gaan er lekker burgerlijk ongehoorzaam wandelen of spelen op een veld
transgene gewassen en ondertussen worden wat planten uitgetrokken. Hun
redenering luidt als volgt: “Wanneer biotech-bedrijven weigeren om
verantwoordelijkheid op te nemen voor de risico’s die Genetische
Manipulatie met zich meebrengt, wanneer in het wetgevend systeem morele en
ethische overwegingen van geen tel blijken te zijn, dan moeten we zelf onze
verantwoordelijkheid opnemen. We geloven dat één manier om onze
verantwoordelijkheid op te nemen erin bestaat kleine, symbolische hoeveelheden
transgene planten uit de grond te rukken en we hopen dat anderen aangemoedigd
zullen worden door ons voorbeeld”. En zo stapten zes
vrouwen in juli 1998 het veld van een testboerderij nabij Oxford op. Monsanto
spande een rechtszaak aan tegen genetiXsnowball en de activisten maar totnogtoe
werd niemand veroordeeld.
Ook buiten Europa hoor je heel wat proteststemmen. In India
komen die van de boeren zelf. Zij vernielen testvelden uit verzet tegen de
knechting door zaadfirma’s. In de derde wereld vormt de opkomst van
gentechnologie in de landbouw een nog grotere bedreiging dan hier. De boeren
hebben er immers veel minder keuzevrijheid: zij moeten vaak zaaien wat de
regering hen oplegt willen ze zich kunnen verzekeren tegen een mislukte oogst.
Bovendien is de bedreiging van verlies van de biodiversiteit in landbouwgewassen
er groter en een mislukte oogst is levensbedreigend.
Maar ondanks al het verzet, zet de biotech-sector dapper
door met haar verleidingsspel. De Europese Commissie is al gezwicht. Het
volgende doelwit ter verleiding is de consument, want zonder zijn of haar
goedkeuring kan de industrie niet verder. Vanaf nu zal alles op alles gezet
worden om het vertrouwen van de consument terug te winnen. De MIRA-rapporteurs
lijken ervan overtuigd dat de consument zich zal laten verleiden (zie kader).
Willen we laten zien dat dit niet noodzakelijk hoeft, dan zullen we daar de
komende zes maanden kansen genoeg toe krijgen ... en dan zullen we wel zien wie
de dans leiden zal.
Feiten en cijfers
Wereld:
• De eerste GGO
gewassen werden midden jaren ’90 op de markt
geïntroduceerd
• 70% van alle
transgenen gewassen wereldwijd worden in de VS gekweekt
• De
biotech-industrie in de VS boert goed met 153 000 werknemers in
1998
• Uitgaven aan
R&D (Onderzoek en Ontwikkeling): 8398 miljoen EURO
Europa:
• Onder de
richtlijn 90/220 werden licenties goedgekeurd voor de commerciële
verwerking in voedsel en voeder van 4 maïs-, 3 koolzaad- en 1
soja-variëteit.
• De Europese
biotech- industrie groeide van 584 bedrijfjes met 17200 werknemers in 1995 naar
1351 bedrijven met 53511 werknemers in 1999
• Uitgaven aan
R&D (Onderzoek en Ontwikkeling): 2334 miljoen EURO
België:
• Totaaloppervlakte
voor veldproeven: 0 ha in 1987 tot 120 ha in 2000 halvering van de
testoppervlakte In 2001!)
• Invoer: 80% van
de transgene gewassen wordt verwerkt in dierenvoeder.
• Omzet van
biotechnologische bedrijven: 65,5 miljard
• Voorspellingen
in MIRA-S rapport: tegen 2005 verwacht men dat 6000 ha van de 138.000 ha
maïs transgeen zal zijn en 1200 ha van de 33000 ha suikerbiet. Tegen 2010
schatten ze dat de helft van de niet-biologisch bebouwde oppervlaktes suikerbiet
en maïs transgene gewassen zullen dragen. (MIRA staat voor: MIlieu-en
natuurRApport Vlaanderen )
Milieuwerkgroep (MWG) van de Jeugdbond voor Natuurstudie en
Milieubescherming (JNM).
Uw Commentaar