--> Inhoudstafel Brochure <--

Europa als superstaat?


Door Hans Roels

Statewatch is een onafhankelijke groep onderzoekers, academici, journalisten, advocaten en activisten gevestigd in Londen. Zij pluizen sinds 1991 niet enkel systematisch het Britse beleid uit maar ook het EU-beleid in zake democratische vrijheden, politie, illegalen en publieke controle. Zij publiceerden verschillende brochures zoals "Statewatching the new Europe" Meer dan redenen genoeg dus om met de Nar enkele vragen te stellen aan Tony Bunyan, werkzaam bij Statewatch.

DE NAR: Vorig jaar lanceerde Solana, verantwoordelijk voor het europees veiligheids- en buitenlands beleid, plots het voorstel om sommige documenten en verslagen van vergaderingen niet meer openbaar te maken. Dit zou betekenen dat bepaalde Europese besluiten zeer laat - als ze al in werking zijn - of helemaal niet zouden gekend zijn. Verschillende actiegroepen en burgerrechtenverenigingen hebben tegen dit plan geprotesteerd. Hoever staat het nu met dit voorstel?
T.B. Normaal gezien zou dit voorstel moeten voorgelegd worden aan het Europese parlement; maar enkele parlementsleden overleggen al vier maanden in gesloten vergaderingen met de commissie om tot een ‘overeenkomst’ te komen. In feite heeft het parlement hier volledige beslissingsbevoegdheid maar tot nu toe staat het buitenspel.
Om de beweegredenen van dit voorstel te verstaan is het nodig om ze in een breder perspectief te zien. Solana is niet enkel de secretaris-generaal van de EU maar ook de voorzitter van de West-Europese Unie (militair verbond) en ook de Europese verantwoordelijke voor de buitenlandse politiek en defensie. Sinds 1990 ontstaat er een tweede pijler in de EU, nl. de militaire tak. Steeds meer militairen komen terecht in hoge functies. Ondertussen is de discussie gaande over de toegang tot EU-documenten. In plaats van terug te vallen op de bestaande afspraken (Verdrag van Amsterdam) i.v.m. die toegang besloot Solana het roer om te gooien. Die beslissing viel tijdens de zomer terwijl de parlementsleden op vakantie waren.

DE NAR: gaat het Solana–voorstel enkel over militaire documenten?
T.B. Het voorstel in de zomer beperkte zich tot buitenlandse defensie. Alle documenten die hiermee te maken hadden, konden het label “top-secret” krijgen. Het voorstel dat nu op tafel ligt, is ruimer en gaat over om het even welk ‘gevoelig’ document. Juridische zaken bijvoorbeeld kunnen evenzeer het onderwerp zijn. Het zijn dus de militairen i.p.v. de gewone werkgroepen die beslissen of het publiek iets mag inzien; en militairen staan niet echt bekend voor hun open werkwijze.

DE NAR: in het verleden hebben jullie geprobeerd informatie van de EU los te krijgen maar dat ging niet altijd zonder problemen. Hierover hebben jullie een klacht ingediend.
T.B. Ergens in mei verwachten we het antwoord op onze klacht. Want wat Europa deed was wel een lijst met documenten publiceren maar er ontbraken duizenden verslagen uit allerlei werkgroepen. Ze verstoppen in feite een deel informatie voor het publiek. En die documenten zijn soms belangrijk omdat ze de politieke lijn beïnvloeden. Volgens de Europese ombudsman - bij wie de klacht werd ingediend - zou de EU een lijst met daarop álle documenten moeten opmaken. Dat betekent niet dat we ze mogen inzien maar wel dat we minstens weten welke verslagen er bestaan. Dit is een zeer belangrijke beslissing want in het verleden was het soms door puur toeval dat we aan documenten geraakten. De commissie is verplicht om minimaal in te gaan op de vraag van de ombudsman. Ik ben benieuwd naar wat die commissie gaat doen, want sinds vorig jaar hebben we de indruk dat sommige landen tot het uiterste gaan om de controle over de informatie te behouden.
Duitsland heeft aan het einde van de onderhandeling voor het verdrag van Amsterdam in dat verdrag een zeer strikte clausule over de controle op informatie laten inschrijven. Maar alhoewel die clausule niet bindend is, lijkt het alsof ze nu tot een wet gebombardeerd is. De Solana-beslissing en het feit dat er een nieuwe code over de toegang tot informatie moest komen, heeft sommige landen er toe aangezet om elke democratische vooruitgang te stoppen. Want deze code moet eigenlijk het welzijn van de burgers bevorderen en niet die van de EU-instellingen. Het doet je echt afvragen wat hun toewijding aan democratie en openheid voorstelt.

DE NAR: de EU wil tot een wederzijdse erkenning van de rechtspraak komen. Een Belgisch vonnis moet bijvoorbeeld ook in Frankrijk rechtsgeldig zijn. Wat zijn de gevaren hiervan?
T.B. Niet alle lidstaten hebben dezelfde regels om tot een bepaald vonnis te komen. De wetgeving i.v.m. bewijslast, rechten van de verdediging, rechten op vertaling of een advocaat is verschillend van land tot land. Bovendien kan je in één EU-lidstaat tot 2 jaar veroordeeld worden terwijl je voor hetzelfde vergrijp 6 jaar krijgt in een andere lidstaat. Dus je krijgt een bizarre situatie waarin er zogezegd een wederzijdse erkenning van de rechtspraak is maar de procedure én de uitspraken kunnen helemaal anders zijn. Deze harmonisering is een reëel gevaar omdat zo een concurrentie naar beneden kan ontstaan (zoals bij de sociale wetgeving) waarbij de minst democratische wetgeving het haalt.
Een ander gevaar zit hem in de onderzoeksfase voorafgaand aan de rechtszaak. Hier wil men de wederzijdse uitwisseling laten gelden. Als bijvoorbeeld het gerecht of de politie uit Milaan informatie wil uit Lyon in Frankrijk dan moet die vraag nu langs een comité in Rome passeren. Die geven een formele vraag door aan Parijs waarop die bekijken of ze volgens de Franse wet deze onderzoeksdaden mogen uitvoeren. Vervolgens wordt al dan niet de toelating aan Lyon gegeven. Maar wat er nu gaat gebeuren is dat de Milanese politie rechtstreeks in contact mag treden met de politie in Lyon. Politieofficieren moeten dus zichzelf gaan controleren want zij beslissen nu of die onderzoeksdaad wettelijk is. Het bijkomende gevaar -gebleken uit evaluaties - is dat Rome of Parijs niet meer weet wat er 'op het veld' gebeurt. De nationale overheden verliezen deels de controle over het gerecht. En dat kan tot verkeerde toestanden leiden als die onderzoeksdaad bijvoorbeeld een vraag tot opsluiting of tot telefoontap is.

DE NAR: heel recent is er in Engeland een nieuwe wet i.v.m. telefoontap en andere onderzoeksdaden gekomen. Heeft de EU hier iets mee te maken?
T.B. Deze wet voorziet minder controle bij de uitwisseling van gegevens met andere landen en de mogelijkheden om, zonder officiële toelating, telefoons af te tappen zijn vergroot. We hebben er echt een “1984”-wet bijgekregen met deze wet. Er is zeker een verband met de EU maar de achtergronden gaan nog verder. De Britse wet is het resultaat van discussies die niet enkel binnen EU-werkgroepen hebben plaatsgevonden maar ook binnen de hightech-midsdaadwerkgroep van de G8 (club van de rijkste landen) en in vergaderingen tussen politie en geheime diensten van de EU en de Amerikaanse FBI. (ook de Belgische politie en staatsveiligheid heeft aan dit overleg met de FBI deelgenomen, het Comité I heeft dit in 2000 bevestigd). Het lijkt alsof het om een nationale wet gaat die Groot-Brittannië uitvaardigt, maar de contouren van die wet zijn duidelijk vooraf vastgelegd door diplomaten op internationale geheime vergaderingen.

DE NAR: net vóór de EU-top in Amsterdam was er sprake van een voorstel om het politieke asiel voor EU-burgers binnen de EU af te schaffen. Wat is daarvan terechtgekomen?
T.B. Dat voorstel is er gekomen naar aanleiding van een rel rond een vermeende ETA-activist, die in België politiek asiel vroeg. Op die top is inderdaad overeengekomen om het asielrecht voor EU-burgers af te schaffen. Pas nu begint het verdrag van Amsterdam in werking te treden. De argumentering van de EU is dat alle EU-lidstaten per definitie democratieën zijn die de mensenrechten respecteren en politiek asiel bijgevolg overbodig geworden is. Die redenering houdt echter absoluut geen steek!

DE NAR: in België is enkele jaren terug een nieuwe wet op criminele organisaties gestemd. Die wet was in het begin ook zeer politiek opgesteld, met deze wet kon bijvoorbeeld ook ‘politiek extremisme’ geviseerd worden.
T.B. Wat actiegroepen in België heel terecht geprobeerd hebben (en waarin ze ook ten dele geslaagd zijn) is om een ‘criminele organisatie’ strikt te laten omschrijven zodat daar geen vakbonden of politieke verenigingen onder vallen. De EU-regels gaan echter net de andere kant uit en laten dat onderscheid tussen criminele en politieke organisaties niet toe. Als twee mensen samenspannen met het gezamenlijk doel om onrechtmatig winst te maken (‘criminelen’) of om de macht te beïnvloeden spreekt men in EU-verband van een criminele organisatie.
De definitie van wat georganiseerde misdaad is, is een complete puinhoop. Zoals uit de EU-documenten blijkt hebben de lidstaten daar in hun nationale wetgeving een verschillende visie op. Maar, zo stelt de EU, ook al zijn er verschillen we gaan toch door. Intern maakt de EU ook geen verschil meer tussen georganiseerde misdaad en misdaad tout court. Want, zeggen ze, waar moet je de grens trekken tussen georganiseerd en niet-georganiseerd. Voor de buitenwereld spreekt de EU wel over georganiseerde misdaad maar dat is omwille van de publieke opinie. En deze vage termen en beschrijvingen zijn enorm gevaarlijk voor de burgerrechten.

DE NAR: Je sprak daarnet over de samenwerking tussen de EU en de Amerikaanse FBI, waarover gaat die precies?
T.B. Daarvoor moeten we teruggaan tot begin de jaren ’90. Toen heeft de FBI een lijst opgesteld met vereisten waaraan internetproviders moeten voldoen zodat de wettelijke instanties gemakkelijker communicatie kunnen onderscheppen (telefoon, e-mail,...). In 1995 heeft de EU deze lijst met vereisten nagenoeg volledig overgenomen. In 1998 hebben ze geprobeerd om die lijst ook toe te passen op het gehele internet en op alle mobiele telefoons. Dit veroorzaakte toen heel wat publieke deining omdat het samenviel met de heisa rond het Echelon-netwerk (spionagenetwerk van de VS, Canada en Groot-Brittannië). Omwille van die negatieve reacties werd het project opgeborgen. Het feit is dat de communicatietechnologie –zowel de hard- als software - razendsnel evolueert. En ondertussen hebben de G8 en andere instanties het initiatief overgenomen. Terwijl het in de oorspronkelijke plannen van de FBI over een individuele en gerichte vraag van een onderzoeksrechter of politieofficier ging, wil men nu binnen de G8 veel meer. We weten uit recente Britse politieke initiatieven dat het uit die G8-hoek komt. De G8 maar ook de ‘EU-FBI’-werkgroep ILETS en de politiewerkgroep binnen de EU willen niet alleen onbeperkte toegang tot álle huidige communicatie maar ook tot alle historische bewaarde data. En dat is een immense bedreiging.

DE NAR: je zou kunnen stellen dat er ook een globalisering van de controle bezig is.
T.B. Dat zou je inderdaad kunnen zeggen. Toen de onderhandelingen over deze lijst begonnen was er niemand die hier iets van afwist. Een jaar later hebben wij dit ontdekt net voor Europa overeenkwam dat de lijst op alle EU-landen van toepassing was. Toen sloot ook Noorwegen zich aan en een tijdje later kon om het even welk land aansluiten bij dit initiatief. Er waren twee contactadressen: één van de FBI in de VS en één bij de EU in Brussel. De reden waarom dit netwerk moet groeien is dat het de nationale overheden zijn die de providers wetten opleggen. Tegelijkertijd sluipt er ook een kapitalistische commerciële logica binnen in het project. Zodra de bedrijven de specifieke apparatuur ontwikkeld hebben, die aan de vereisten voldoet, kunnen ze die apparatuur makkelijker verkopen aan andere landen. En de belanghebbende landen willen bijvoorbeeld dat als Hongarije zijn telecommunicatie vernieuwt, ze nieuw materiaal kopen dat aan deze voorwaarden voldoet, zodat ze ook in Hongarije communicatie kunnen onderscheppen. En daarom is het systeem globaal, de mogelijkheid om te onderscheppen hangt wel af van de nationale wetgeving maar ook van de technologie. Het heeft geen zin een wet te maken als je niet de technologie in huis hebt om de modernste communicatiemiddelen te onderscheppen.

DE NAR: is er op dat vlak samenwerking tussen de EU en soft- en hardwarebedrijven?
T.B. Ja, maar de industrie is niet heel enthousiast, want zij vinden niet dat ze de extra kosten moeten betalen. Het opslaan van al die informatie is bijvoorbeeld een zeer dure zaak En dan wordt de EU vrij besluiteloos en zegt ze: ja er is een probleem maar iedere lidstaat moet dat maar zelf oplossen. Want de EU weet dat het zeer veel geld kost om die systemen te ontwikkelen waardoor de hele kwestie gegarandeerd meer in de openheid zal komen. Dus zijn individuele landen zoals Frankrijk of Engeland bezig om tot een overeenkomst te komen met de providers.
(de Europese commissaris voor industrie Liikanen heeft trouwens in maart toegeven dat de EU samenwerkt met de industrie voor de ontwikkeling van gesofisticeerde spionagetechnologie, in het ambtenarentaaltje is dit: "projecten die erop gericht zijn om technologieën te ontwikkelen die grensoverschrijdende samenwerking tussen wetshandhaving- en veiligheidsinstanties vergemakkelijken.")

DE NAR: is er sprake van internationale coördinatie van de overheden om het anti-globaliseringsprotest bij internationale bijeenkomsten aan te pakken?
T.B. Hierover vangen we vanuit verschillende hoeken stukken informatie op. Wij hebben die informatie nog niet samengebracht, eigenlijk omdat we het te druk hebben met andere zaken.
Er loert echter een ernstig gevaar om de hoek nu de EU in Nice beslist heeft om het grootste deel van de EU-toppen in Brussel te houden. Brussel zal een centrum van betogingen worden, veel meer dan het nu is en de Belgische politie is daar niet op voorzien!

DE NAR: je vreest dat er meer onderzoeken zullen komen naar dat protest in Brussel?
T.B. Ja, dat gaat zeker gebeuren. En voor de langere termijn heb ik een ander schrikbeeld. Zoals je weet is de EU volop bezig met het opzetten van een 5.000-koppig permanent politiekorps. Dit korps kan ingezet worden om in het buitenland zogezegd de vrede te handhaven en wordt getraind om rellen onder controle te krijgen. Mijn instinkt zegt mij –en ik ben al 30 jaren bezig met dit soort veiligheidsproblematiek - dat als er zware onrust in de EU zou zijn, deze troepen ingeschakeld zullen worden. Momenteel ontkent de EU dit zeer heftig maar eerlijk gezegd ik geloof hen niet.

Europa en migranten

DE NAR: ook op een ander politiek vlak, nl. als het over de Europese migratiepolitiek gaat, wordt dikwijls een loopje genomen met de democratische vrijheden en de mensenrechten.
T.B. Sinds 1992 is Europa actief op dit vlak; op een conferentie in Londen werden toen de eerste uitgangspunten vastgelegd. Vanaf dat moment heeft Europa er alles aan gedaan om het asielrecht zoals het in de conventie van Genève staat, te ondermijnen. Eigenlijk geloof ik niet echt dat er een verschil is tussen een 'economische' migrant en een 'politieke' asielzoeker. Ze ontvluchten allebei de derde wereld waar het westen door haar politieke en economische interventies een ravage heeft aangericht. Als je een economische migrant bent dan maak je geen schijn van kans meer en nu wil men ook de politieke migranten aanpakken. De politici willen geen asielzoekers meer, wat ze wel willen is hooggeschoolde migranten omdat die nodig zijn in de Europese industrie. Ik vind dit een duidelijke racistische politiek.
Er is op verschillende vlakken samenwerking tussen de Europese overheden. Asielzoekers die bijvoorbeeld in één lidstaat niet erkend worden, kunnen geen aanvraag meer indienen in een andere lidstaat. Ook de gegevens over asielkandidaten worden uitgewisseld, er is nu zelfs sprake van een Europese DNA-bank (dus met DNA-gegevens van asielzoekers)

DE NAR: de EU legt zelf een verband tussen haar migratiepolitiek en buitenlands beleid als ze spreekt over 'non-military crisis management'.
T.B. Het probleem van deze 'non-military crisis management' is dat deze term afkomstig is van de verantwoordelijken voor het Europees buitenlands militair beleid. Stel dat dit vanuit het departement voor humanitaire hulp kwam, dan zou er nog iets sympathiek aan zijn. In dat geval zou je kunnen zeggen dat het zin heeft om niet alleen van hulp te spreken maar ook van een infrastructuur om die hulp daar ter plekke te krijgen. Maar nu komt dit plan uit de militaire hoek. Non-military crisis management betekent een politiekorps leveren, hulp bieden om het rechtssysteem ter plaatse te veranderen, de administratie overnemen of gewoon enkele politiemensen leveren die de migratie daar ter plekke moeten controleren. Dit is echt een moderne vorm van imperialisme.

DE NAR: Kun je een concreet voorbeeld geven van deze niet-militaire manier om crisissen op te lossen?
T.B. Zoals gezegd, het gaat enkel over plannen maar in essentie is door de NAVO hetzelfde mechanisme toegepast in het voormalige Joegoslavië. Los van wat je denkt over wat daar gebeurd is en wie de schuldigen daarvan zijn, wordt die landen nu geen onafhankelijke ontwikkeling toegelaten. Ze worden bevolen door het Westen om die of die persoon te arresteren of ze krijgen geen financiële hulp. Misschien willen die landen bijvoorbeeld wel Milosevic arresteren maar op hún moment en om hún redenen. Maar als je zoals de Amerikanen gaat zeggen: "arresteer hem voor die datum of je krijgt geen geld", dan is dat een onaanvaardbare inmenging, los van alle andere bedenkingen die men over Joegoslavië kan maken. Op die manier werkt het Westen zich ook in de nesten want in Kosovo of Kroatië steunen ze wél extreme nationalisten. Het is één zaak om te proberen een conflict te stoppen maar het is iets anders om de politieke lijn van een land voor te schrijven. En het is dit mechanisme dat Europa op landen met ernstige conflicten wil toepassen: door handel en hulp een land dwingen een bepaalde lijn te volgen.

DE NAR: een slotvraag: is er gewoon een verschuiving gaande van de nationale macht naar het europees niveau of is het meer dan dat? Is het ook een verslechtering van de democratische situatie of niet?
T.B. Wat we zien gebeuren is de langzame opbouw van een Europese staat. Het is nog geen "superstaat" maar het wordt er ongetwijfeld één. Volgens mij is die groeiende macht van de EU niet alleen een verschuiving van macht maar zeker ook een verslechtering van de democratische vrijheden. Er zijn natuurlijk ook veel minpunten in onze nationale democratieën maar toch is er een groot verschil met het enorme gebrek aan democratische controle op de EU. Het is ook zeer ingewikkelde materie, deze Europese politiek, en het is zeer moeilijk om aan deze ingewikkelde informatie te geraken. De meeste journalisten zijn jammer genoeg te lui om de Europese politiek uit te pluizen en nemen gewoon de EU-persberichten over.
Uw Commentaar