Lobbygroepen achter de EU
Door Hans roels
Het wekt niet echt verbazing dat er flink wat
industriële lobbygroepen actief zijn in Brussel en dat hun
beïnvloeding ook veel resultaten afwerpt. Eén van de bekendste (in
kringen van actievoerders toch) is de Europese Ronde Tafel van industriëlen
(ERT). Dit is eigenlijke geen lobbyclub als een ander, de ERT herbergt de
“elite” van de Europese grootindustrie. Leden worden enkel
geselecteerd, zij kunnen niet zomaar aansluiten. Deze ridders van de Ronde Tafel
houden zich niet met afzonderlijke maatregelen bezig maar wel met het
ontwikkelen van een brede visie op Europa.
goede vrienden onder elkaar
De ERT kan zich beroepen op heel goede contacten met de
Europese en nationale politieke leiders. De vroegere secretaris-generaal
Richardson van de ERT beschrijft dit als volgt: “Toegang hebben (tot de
politici) betekent kunnen bellen naar Helmut Kohl (voormalige Duitse
bondskanselier) en hem onze rapporten aanbevelen. Het betekent ook dat John
Major de ERT opbelt om hen te bedanken voor hun visie of lunchen met de Zweedse
premier net voor de Zweedse beslissing om tot de EU toe te treden.”
Corporate Europe Observatory heeft enkele jaren geleden enkele brieven van de
vroegere EU-voorzitter Santer aan de ERT mogen inzien. Ze waren in een
“warme vriendschappelijke toon” geschreven aldus deze NGO, in de
stijl van “ik zou opnieuw willen herhalen hoezeer ik het meer dan
uitstekende voorzitterschap van de Ronde Tafel apprecieer.” Het hoeft geen
verbazing te wekken dat bij de oprichting van de ERT in 1983, toch een louter
industriële lobbygroep, twee Europese commissarissen aanwezig
waren.
Trouwens, één van die twee commissarissen was
onze landgenoot Etienne Davignon. Hij was zeker niet de enige ERT-topman die
vlot van een job in de commissie naar één in de hoogste echelons
van een ERT-multinational overstapte. Peter Sutherland van British Petroleum
deed het hem voor en twee commissarissen van de laatste commissie, Karel Van
Miert en Martin Bangemann zijn ook niet echt op de dop beland (de eerste kwam
bij Philips terecht, de tweede bij de telecomgigant Telefonica, beide
ERT-bedrijven). De ERT is niet de enige industriegroep die zeer nauwe banden
onderhoudt met de Europese commissie. De voormalige landbouwcommissaris
MacSharry (van de gelijknamige hervormingen) werkt nu als adviseur voor Cargill,
één van 's werelds grootste
voedingsmultinationals.
Dat de ERT veel macht heeft, blijkt uit de indrukwekkende
lijst van hun verwezenlijkingen (zie kader). Er zijn ook verschillende
getuigenissen van hoge politici die deze macht bevestigen. Zo stelde Jacques
Santer, de vroegere commissievoorzitter, dat “de ERT zonder enige twijfel
een grote rol gespeeld heeft in de ontwikkeling van de Europese Unie.” En
een andere vroegere voorzitter, Delors, noemde de ERT “één
van de grote krachten achter de
éénheidsmarkt.”
Waarom de ERT zo invloedrijk is, is vrij
éénvoudig. In deze neoliberale tijden is het steeds belangrijker
om investeringen van bedrijven aan te trekken. En de ERT groepeert misschien
niet zo véél bedrijven (een veertigtal) maar het zijn net de
grootste! Samen hebben de ERT-bedrijven een wereldwijde omzet van ca. 32 000
miljard (ter vergelijking: het BNP van België is ongeveer 10 000 miljard).
Dat maakt natuurlijk wel een stevige indruk op de heren
politici!
onafhankelijk imago
De ridders van de vrije markt gebruiken dikwijls listige
methodes om hun doel te bereiken. Vaak vraagt de ERT aan de EU de oprichting van
een semi-officiële of officiële raad waar naast de industrie ook
Europese topambtenaren in zetelen. Hierin zetelen dikwijls ook
‘onafhankelijke’ academici of mensen van de vakbondstop. De ERT is
de initiator achter verschillende van zulke comités geweest, bijvoorbeeld
die i.v.m. hoger onderwijs (CRE) of transport (ECIS). De Business Advisory
Councils zijn opgezet om de uitbreiding naar Oost-Europa te promoten. Ze zijn
actief in verschillende landen die willen toetreden tot de Unie en bestaan uit
industriëlen (van de ERT), hoge EU-ambtenaren en politici en
bedrijfsleiders van het land in kwestie. Die overleggen met elkaar over de
‘vorderingen’ die het betreffende land maakt. Dankzij het
officiële kleedje van deze raden worden de ERT-mensen veel gevraagd voor
advies. Hun prestige stijgt er alleen maar door, een hoge ambtenaar die in de
Bulgaarse Business Advisory Councils zit beweert: “ Naar mijn mening is de
ERT het ministerie van economische zaken van de EU.”
Voor alles wat de Europese éénheidsmunt
betreft, noemt deze raad AMUE, opnieuw opgericht op vraag van de ERT. Etienne
Davignon, vroegere EU-commissaris en lid van de ERT, is de voorzitter hiervan en
legde zelf het verband met de ERT. Naar buiten uit zwijgt AMUE over de goede
verhouding met de ERT maar Davignon benadrukt dat er een soort van taakverdeling
is: AMUE houdt zich met monetaire kwesties bezig en de ERT niet. Maar dit was
zeker niet erg vond hij want “we komen toch tot dezelfde
conclusies”.
Als het over economische competitiviteit en de bestrijding
van werkloosheid gaat noemt deze door de ERT opgerichte raad de Competitiveness
Advisory Group. De aanwezigheid van enkele toplui van grote vakbonden en
academici geeft deze raad gegarandeerd een ‘onafhankelijk’ status.
Aanvankelijk was UNICE (de organisatie van alle Europese patroons, ook een
belangrijke industriële lobbygroep) tegen dit ERT-voorstel gekant omdat er
vakbondslui en experts in deze raad zouden zitten. Maar ze draaiden snel bij
want deze raad kwam tot gelijkaardige vrijemarktconclusies. De voormalige
secretaris-generaal Richardson van de ERT gaf als commentaar op de aanwezigheid
van deze vakbondsleden: “het feit dat ook zij de rapporten van deze raad
ondertekent hebben, geeft deze rapporten extra
gewicht.”
Artikel 133
De Ronde Tafel is niet de enige Europese industriële
lobbygroep. Ook andere zoals UNICE zijn zeer actief. Een terrein waarop ze
bijzonder verborgen maar efficiënt te werk gaan, is het afsluiten van
internationale handelsakkoorden (zoals in het kader van de WTO). Er staat
namelijk een clausule in het Verdrag van Amsterdam, het beruchte artikel 133,
die zegt dat de commissie samen met een speciaal opgerichte raad deze
onderhandelingen mag aanvatten. Industriële groepen krijgen toegang tot
allerlei onderhandelingsteksten die niet openbaar gemaakt worden. In 1995
bijvoorbeeld hebben de VS en de Europese commissie samen een industriële
groep opgericht, de Trans Atlantic Business Dialogue, die zeer intens advies
mocht verstrekken bij de plannen tot een verdere liberalisering tussen de VS en
de EU en binnen de WHO. Een onwaarschijnlijk hoog aantal, 80% volgens
VS-ambtenaren, van hun aanbevelingen is overgenomen in deze akkoorden. In
december 1997 werd binnen de Wereldhandelsorganisatie een akkoord bereikt over
een wereldwijde liberalisering van de financiële sector (banken,
verzekeringen,...). Dit akkoord kwam er vooral onder impuls van de EU die
hiervoor nauw samenwerkte met een groep van financiële multinationals (de
Financial Leaders Group). De Europese commissaris Brittan die instond voor deze
onderhandelingen was zeer enthousiast over deze samenwerking met de industrie,
hij voegde er aan toe: “Het voorbeeld van de Financial Leaders Group
–een groep business leaders betrekken bij de onderhandelingen - is het
model geworden voor een nieuw mechanisme voor Europa. Een soortgelijke
samenwerking zal noodzakelijk zijn om de toekomstige vrijmaking van de
dienstensector (de zgn. GATS-onderhandelingen) te
verwezenlijken.”
een (onvolledige!) lijst met verwezenlijkingen van de ERT
1985: ERT-rapport van Wise Dekkers (Philips) om tegen
1990 tot een ééngemaakte markt binnen de EU te
komen
1986: de EU publiceert het plan om tegen 1992 tot
één Europese markt te komen
1984: ERT-rapport "Missing Links" waarin Europa
aangemaand wordt om massaal te investeren in nieuwe transport
infrastructuur
1991: de TEN's (Trans-European Networks), een lange waslijst
met infrastructuurplannen, wordt in het Verdrag van Maastricht
opgenomen
1991: ERT-rapport 'Reshaping Europe', een pleidooi om tot
één Europese munt te bekomen
1991: in het Verdrag van Maastricht wordt het project
ingeschreven om tot een éénheidsmunt te komen
1997: de ERT lanceert het plan om spoed te zetten achter
de uitbreiding naar Oost-Europa
1999: in Berlijn presenteert de Europese commissie haar
Agenda 2000 plan waarin de uitbreiding praktisch wordt
uitgewerkt
1997: de ERT lanceert het plan om de EU verder te
liberaliseren
1997: in het Verdrag van Amsterdam zet de EU vaart achter de
liberalisering van de telecommunicatie-, energie- en
transportsector
1998: "Job Creation and Competitiviness through
Innovation", het nieuwste ERT-rapport waarin gepleit wordt voor marktgerichte
instrumenten om de werkloosheid op te lossen
2000: op de Top van Lissabon viert het neoliberalisme
hoogtij, de werkloosheid moet niet door werkverdeling maar door meer
concurrentie en innovatie in hightech en biotechnologie opgelost worden, aldus
Europa
...
|
Uw Commentaar